Jonge werknemers en vakbonden, passen ze nog bij elkaar? Deze en andere vragen worden binnen en buiten vakbonden wel eens gesteld. Media, wetenschappers een vakbonden hebben het dan over het ‘falen om jongeren te bereiken’ of over ‘de donkere wolken boven het vakbondslidmaatschap’.
‘Jongeren denken enkel aan zichzelf en kennen geen solidariteit meer’
Deze uitspraak en varianten erop hoor je wel eens bij de oude vakbondsgarde. Ook de publieke opinie, de media en het politieke discours hebben de neiging om verschillen tussen generaties te benadrukken. Echter, het is een uitspraak zonder bewijs.
In plaats van een tekort aan solidaire overtuigingen en sociale waarden, zijn er andere, belangrijkere verklaringen voor de moeite die vakbonden ondervinden om jonge werknemers aan te trekken en te organiseren.
- Jongeren zijn vaker actief in sectoren waarin vakbonden zwakker staan, waardoor ze er minder mee in aanraking komen.
- Jongeren bevinden zich vaker in tijdelijke posities, waardoor ze minder de kans hebben om zich collectief te organiseren.
- Jongeren stellen zich andere vragen, die vakbondsleiders zich mogelijks niet stellen. Deze zaken leiden er toe dat jongeren minder vaak lid zijn van vakbonden.
In tegenstelling tot de neerwaartse trend in Europa, neemt het aantal werknemers dat lid is van een vakbond in België toe. Maar het gemiddelde Belgische vakbondslid wordt wel steeds ouder. Dat blijkt uit onderzoek van ETUI, het European Trade Union Institute.
Vakbonden moeten investeren in jongeren. Ze opzoeken, ontmoeten, aanspreken en leren begrijpen.
Hoewel het vakbondslidmaatschap onder jongeren in de Scandinavische landen en België aanmerkelijk hoger ligt dan in alle andere Europese landen, is een daling van de syndicalisatiegraad van jongeren een bijna Europese trend.
Nood aan syndicale zelfreflectie
Vakbonden mogen er dan ook geen generatiestereotypen over jongeren op aanhouden. Doen ze dat wel, dan is de kans groot dat ze te weinig naar zichzelf zullen kijken om het dalende lidmaatschap onder jongeren te keren. Vakbonden moeten investeren in jongeren. Ze opzoeken, ontmoeten, aanspreken en leren begrijpen.
Afgezien van een brede strategische visie op de toekomst van vakbonden, is volgens onderzoeker Kurt Vandaele dan ook een enorme verschuiving in de toewijzing van werkingsmiddelen nodig om de steeds groter wordende vertegenwoordigingskloof te overbruggen. Kleinschalige, lokale initiatieven moeten worden omgezet naar grote organisatorische campagnes, specifiek in die beroepen en sectoren waarin jongeren werkzaam zijn en het meest behoefte hebben aan vakbonden. Voor een vroege aansluiting bij een vakbond, is het tijdig ervaren van hun effectiviteit immers cruciaal.
Geen kennismaking, geen lid
Onderzoek wijst daarbij op de relevantie van de betrokkenheid van vakbonden in de overgang van school naar werk. Alles wijst er op dat leeftijd als kenmerk een minder belangrijke factor is voor het verklaren van een lagere syndicalisatiegraad van jongeren, wel of ze in aanraking komen met de vakbond op school, tijdens je eerste job of studentenwerk. (Lowe en Rastin 2000, 217).
Heb je bijvoorbeeld via de vakbond achterstallig loon moeten opvragen voor je studentenjob? Is er een vakbond aanwezig op je eerste werkplek en stappen ze naar je toe?
Een betere inbedding van vakbonden binnen onderwijs, opleiding en welzijnsstelsels zou ook kunnen bijdragen tot een beter begrip van hoe vakbonden hun relevantie voor schoolverlaters kunnen verhogen. Aandacht voor op maat gemaakte vakbondsstrategieën voor jongeren in precaire werk en andere atypische arbeidsvormen is daarbij cruciaal.
Nood aan een wervend toekomstverhaal
Het onderzoek naar vakbonden en studentenwerkgelegenheid benadrukt dat studenten met een positieve ervaring een grotere kans hebben op toekomstig vakbondslidmaatschap. Eerder dan jongeren te overtuigen van de historische verwezenlijkingen van de arbeidersbeweging, zouden vakbonden dan ook beter benadrukken hoe ze vandaag relevant kunnen zijn bij de prangende kwesties die jongeren op de arbeidsmarkt ervaren.
Het verenigen van jongeren in vakbonden is niet gedoemd te mislukken vanwege verschillen tussen generaties. Vakbonden moeten zich dan ook niet neerleggen bij een dergelijk lot. Het moet benadrukt worden, hoe eerder hoe beter, dat er nog tal van kansen zijn.
Bleak prospects: mapping trade union membership in Europe since 2000, Kurt Vandaele (ETUI), 2019
How can trade unions in Europe connect with young workers (Kurt Vandaele, ETUI) 2918