In De Standaard van vrijdag 9 maart springt parlementslid Vincent Van Quickenborne (Open Vld) op de barricaden om het pensioenplan van de regering Michel te verdedigen. Hij neemt het naar eigen zeggen op voor jongeren, werknemers en zelfstandigen. In eenzelfde beweging zet de liberale volksvertegenwoordiger ambtenaren en 50-plussers in de hoek van geprivilegieerde egoïsten.
Verdeel en heers
Van Quickenborne verdeelt en probeert te heersen. Met de uitspraak dat het aan de politiek is om te beslissen, herleidt hij als liberaal onze democratie tot vijfjaarlijks een rood bolletje kleuren. Het pensioendossier belangt heel de bevolking aan en de sociale partners die het stelsel beheren, zijn belangrijke stakeholders in dit debat. Echte democratie vereist echte inspraak.
Om sterke pensioenen te hebben, is een solidair verhaal nodig: tussen jong en oud en tussen ambtenaar, werknemer en zelfstandige. Wie zich laat opjutten door dit vernuftig staaltje van verdeel-en-heers zal vroeg of laat de kaas van tussen z’n eigen boterham laten halen.
Vincent Van Quickenborne klaagt terecht aan dat pensioenen van werknemers en zelfstandigen in België veel te laag zijn. Hij doet weliswaar geen enkel voorstel om die te verbeteren. Hij lanceert enkel een aanval tegen het ambtenarenpensioen en beschuldigt diezelfde ambtenaren en de socialistische overheidsvakbond iedere hervorming tegen te houden die raakt aan hun verworven rechten.
Het getuigt trouwens van een oliezwart gevoel voor humor dat Vincent Van Quickenborne, een parlementslid, de ambtenaar beschuldigt vast te houden aan privileges.
Niets houdt de regering tegen om hiervan volwaardige pensioenen te maken. We zouden de vervangingsratio van 60% van het loon kunnen optrekken naar 75%. Dat is de regeling die hij zelf als parlementslid geniet.
Zwakkere pensioenen
De regering heeft de pensioenen van de werkende bevolking verzwakt. Het afschaffen van de pensioenbonus, het verminderen van gelijkgestelde periodes, het afschaffen van de diplomabonificaties, de hogere pensioenleeftijd en het zo goed als onmogelijk maken van vervroegd pensioen zal ervoor zorgen dat werknemers in de toekomst minder zullen overhouden en langer moeten werken om van hun oude dag te genieten dan vandaag het geval is. Op zo’n moment de ambtenaar met de vinger wijzen is je reinste politieke demagogie.
Het getuigt trouwens van een oliezwart gevoel voor humor dat Vincent Van Quickenborne, een parlementslid, de ambtenaar beschuldigt vast te houden aan privileges. Onze volksvertegenwoordigers genieten het meest royale pensioenstelsel dat ons land rijk is. De hervorming ervan verliep ellendig traag en is doorspekt met zo veel overgangsmaatregelen dat het woord “hervorming” misschien wat te eufemistisch is. Vandaag zijn er nog steeds parlementsleden die op 52 jaar met pensioen kunnen gaan en genieten van een veel mooier bedrag dan het merendeel van werknemers, zelfstandigen en ambtenaren ooit op hun pensioenfiche zullen zien staan.
Jongeren zijn de klos
Vincent Van Quickenborne claimt dat de pensioenhervorming die de regering voorstaat vooral in het belang van jongeren is. Dit is op z’n minst zeer twijfelachtig. Met interimarbeid, lagere jongerenbarema’s en carrières in stukjes en beetjes sparen een grote groep jongeren vandaag maar een beperkt pensioentje bijeen. Tel daarbij het voorgestelde pensioen met punten en alle werknemers, maar de jongeren het meest, worden iedere rechtszekerheid van onder de voeten geschopt.
Met een puntenpensioen spaar je punten in plaats van euro’s. Die worden pas op het einde van de carrière omgezet in geld. De levensverwachting, de overheidsfinanciën en het gemiddelde loon zullen bepalen hoeveel je punten uiteindelijk waard zijn. Je hebt tot op een paar jaar van het einde van je carrière eigenlijk geen idee of je ooit een rusthuis zal kunnen betalen. In Zweden en Duitsland bestaat een puntenpensioen en daar zijn de pensioenbedragen gestaag gedaald.
Wat met de betaalbaarheid van goede pensioenen, nu en in de toekomst? Het is voor deze regering het ultieme argument om voor iedereen minder te voorzien. Een volwaardige pensioen voor iedereen is een politieke keuze. Willen we als samenleving betalen voor een goed pensioen voor iedereen of niet? We betalen vandaag voor een taxshift en een verlaagde vennootschapsbelasting die vooral de rekening van de multinational spijst. Waarom zouden we dan niet voor goede pensioenen kunnen betalen? Een alternatieve financiering zal noodzakelijk zijn, maar dat gebeurt vandaag ook al. Oostenrijk en Frankrijk kennen betere pensioenen en spenderen in verhouding ook meer geld aan pensioenen. Dat is een politieke keuze die zij gemaakt hebben.
Ons pensioensysteem moet jongeren rechtszekerheid bieden. Veel jongeren geloven niet meer dat ze ooit een pensioen zullen hebben. De hakbijl die de regering in onze pensioenen zet, helpt allerminst om dat vertrouwen te herstellen. Een andere solidaire keuze voor volwaardige pensioenen zou een grote stap in de goede richting zijn.
Nouchka Roelants, 30, jurist pensioenrecht, werkzaam bij vakbond LBC-NVK