Open VLD zwaait regelmatig met glorieberichten over de flexi-jobs. In hun laatste ‘succescommunicatie’ (11/10/2019) vragen ze de uitbreiding van de flexi-job naar de hele privésector. Ze blijven daarbij opvallend doof voor het kritische rapport van het Rekenhof. Dat legt nochtans duidelijk problemen bloot met de flexi-jobs en het Horecaplan waar ze deel van uitmaken. Er zijn 4 grote problemen met flexi-jobs die ons moeten doen afvragen of we het onding niet moeten afschaffen in plaats van uitbreiden.
Wat is een flexi-job?
De flexi-jobs werden in 2015 ingevoerd door de Regering Michel, ondanks stevig protest van de vakbonden. Ze maakten deel uit van het Horecaplan, dat de sector moest redden van het gevaar van de witte kassa. Heel wat ondernemingen zouden het zonder zwartwerk niet rooien. En dus werd er een batterij aan compensaties voorzien, zoals een btw-verlaging, een RSZ-karting, netto-overuren. En de flexi-jobs, die vooral verkocht werden als bijbaantjes die zouden ingezet worden op piekmomenten. Al wie minstens 4/5 werkte drie kwartalen geleden, kan bij een andere werkgever gaan flexi-jobben, om hun inkomen zo netto aan te vullen. Wij detecteren 4 grote problemen het systeem flexi-job.
1. Een oproepcontract
Probleem één, is dat flexi-jobs in principe oproepcontracten zijn, waarbij je naar hartenlust kan opgebeld en afgebeld worden door een werkgever. Er wordt geen minimumprestatie vastgelegd. Gewoon wachten tot je baas je opbelt. Waarbij je even snel weer naar huis gestuurd kan worden, zonder loon. Je kan uiteraard ook weigeren om te komen als de werkgever je opbelt. Maar daarbij is maar de vraag hoe vaak je nee kan zeggen, voor je niet meer opgebeld wordt.
2. Een mini-loon
En dit voor een loon dat minder is dan het sectorale minimumloon, probleem 2. Want met de flexi-jobs heeft de regering ook het sociaal overleg in de sector van de horeca opengebroken. De cao die de lonen in de sector regelt, werd buitenspel gezet. Het minimum flexi-loon bedraagt een schamele 10,08 euro per uur. Dat is met vakantiegeld inbegrepen. De onderhandelde loonbarema’s van de sector, tellen niet. Met als gevolg: een kok in een gewoon statuut heeft recht op een ander minimumloon dan een kok met een flexi-job. Niet op basis van competentie, ervaring, of inzet, maar gewoon, op basis van statuut.
3. & 4. Minder geld voor de sociale zekerheid en verdringing op de arbeidsmarkt
Een verschuiving dus naar jobs met lagere bijdragen, wat leidt tot minder opbrengsten voor de sociale zekerheid. We zien dit ook in de praktijk. Bijvoorbeeld, een restaurant dat vroeger één werknemer met een vast contract had, werkt nu met een pool van 5 flexi-jobbers.
Probleem 3: flexi-jobs hollen de sociale zekerheid uit. Wie werkt met een flexi-job, bouwt volledige sociale rechten op, en gelukkig maar. Wie werkt met een flexi-job, betaalt echter geen sociale bijdragen. De werkgever betaalt een bevrijdende bijdrage van 25%. Volledige rechten voor een beperkte bijdrage. Dit wordt nog verergerd door probleem 4: verdringing van reguliere jobs. Volgens het Rekenhof zijn 35,3% van de flexi-jobs geen nieuwe job, maar een verschuiving van bestaande tewerkstelling. Een verschuiving dus naar jobs met lagere bijdragen, wat leidt tot minder opbrengsten voor de sociale zekerheid. We zien dit ook in de praktijk. Bijvoorbeeld, een restaurant dat vroeger één werknemer met een vast contract had, werkt nu met een pool van 5 flexi-jobbers.
Of werkgevers uit de handel die nieuw personeel aanwerven, die van een andere job komen, laten deze de eerste maanden voltijds als flexi-job werken. Perfect wettelijk als ze 4/5 werkten, drie kwartalen terug. Niets piekmomenten of bijverdienen, gewoon bijdragen ontduiken. Nog een belangrijk cijfer uit het rapport van het Rekenhof: 22,5 % van alle flexi-jobbers voldoet niet meer aan de voorwaarde van 4/5de tewerkstelling op het moment van de flexi-job. Voor meer dan 1 op 5 is de flexi-job dus niet het bijbaantje zoals het wordt voorgesteld. Ze mogen echter de flexi-job doen, omdat voor de 4/5-voorwaarde gekeken wordt naar drie kwartalen terug. De voorwaarde van 4/5 is belangrijk, want zonder worden het helemaal mini-jobs. Maar de voorwaarde zoals ze nu bepaald is, maakt misbruiken mogelijk.
En laten we deze miskleun vooral niet verder uitbreiden. De feiten en cijfers liggen er. Nu nog politici die ze willen zien.
Flexi-jobs concurreren in belangrijke mate vaste jobs uit de markt, omdat ze veel goedkoper zijn. De modaliteiten van de flexi-jobs blijken daarbij niet hun grote troef. Met hyperflexibiliteit en lage lonen vang je geen betrouwbaar personeel. Het gemiddelde flexi-loon ligt in de praktijk hoger dan het minimum. Het Rekenhof bevestigt ook dat flexi-jobs niet zo zeer dienen om pieken op te vangen, maar gedurende het hele jaar ingezet worden. Dat zie je ook als je naar de vacatures voor flexi-jobs kijkt. Er is vooral vraag naar flexi-jobbers die meerdere dagen per week willen werken, op semi-vaste basis. Zo lopen we niet alleen heel wat bijdragen aan de sociale zekerheid mis. Maar verdwijnen er ook nog maar eens goede jobs voor laaggeschoolde werknemers. Naast de concurrentie van jobstudenten, interims, robots en machines, moeten ze het nu ook tegen flexi-jobbers opnemen.
Zo zijn dus er meerdere manieren waarop flexi-jobs niet gebruikt worden om een nood aan flexibiliteit op te vangen, maar vooral om sociale bijdragen en belastingen te ontwijken. Daar waar er sowieso al fundamentele bedenkingen te maken zijn bij dit soort jobs, blijken er ook nog systeemfouten in te zitten. Wie denkt dat flexi-jobs enkel gebruikt wordt om flexibiliteit te creëren, die dwaalt. Wie blijft beweren dat flexi-jobs extra jobs zijn, die geen gewone jobs verdringen en onze sociale zekerheid uithollen, die liegt.
Afschaffen of grondig bijsturen
Dus, wat te doen? PVDA en Groen leveren zware kritiek op de flexi-jobs. Sp.a en CD&V verdedigen het huidige systeem. N-VA wil een uitbreiding onderzoeken. Open VLD lijkt het rapport van het Rekenhof niet te begrijpen. Hopelijk gebruiken de andere partijen het rapport wel om hun visie bij te sturen. Liefst door de flexi-jobs af te schaffen. Minstens door ze grondig bij te sturen, met onder andere volwaardige sociale bijdragen, sectorale minimumlonen, en een verdere beperking om de systeemfouten er uit te halen. En laten we deze miskleun vooral niet verder uitbreiden. De feiten en cijfers liggen er. Nu nog politici die ze willen zien.